Zoals we regen nodig hebben, zo hebben we ook meer liefde en aandacht voor elkaar nodig.
Gistermiddag stak ik de weg over en aan de overkant bij het stoplicht stond iemand stil. “Er komt niets aan hoor,” maakte ik een grapje. “Ja, maar ik rust even uit,” zei die meneer. “O, ja, dat kan ook,” zei ik. Hij begon vragen te stellen: “Gaat u ergens heen? Naar een winkel ofzo?” Het ging niet om de vragen, het ging om het praatje, merkte ik. Dus ik stelde wat vragen terug. Hij wandelde elke dag, meestal ’s avonds, maar nu hield hij het niet meer uit in huis, dus was hij naar buiten gegaan. Er was iets met zijn benen, daarom moest hij vooral in beweging blijven. Of ik wel eens in Leidsche Rijn was geweest? Of ze daar ook een snackbar hadden? Geen idee. Daar kwam hij wel eens, in een snackbar, om een patatje te eten. En hij wilde weten of ik ook in de Rivierenwijk woonde. Nee. In de Dichterswijk… Oja. Toen kwam het gesprek op poezen en honden. Hij trok alles uit de kast wat hij daarover wist. Dat poezen altijd bij hem kwamen zitten. Die nageltjes in z’n schoot… En dat ze ’s nachts hele tochten maakten. Die van mij niet… Afijn, toen z’n stoplicht voor de vijfde keer op groen stond, namen we afscheid. “Misschien kom ik u nog eens tegen. Dan kunnen we misschien weer een praatje maken…” “Natuurlijk, ik zal opletten of ik u zie wandelen,” beloofde ik.
Het raakte me. Die behoefte aan contact, gewoon een simpel praatje maken. Laten we dat vaker doen, zomaar. Het maakt niet uit waar het over gaat. Het maakt alleen maar uit dat we elkaar zien en aandacht geven. Zoals de plantjes water nodig hebben, hebben mensen ook aandacht nodig. Daar bloeien ze van op….