Hondjes

Het eerste hondje zit me midden op het pad op te wachten en trekt zich niks aan van de baas die hem tracht te bewegen om verder te wandelen. Als ik hem aai, draait hij op z’n rug om te spelen. Het is een jonkie, voor het eerst in het bos. Hij moet het allemaal nog leren, vertelt de baas. Alles is nieuw, alles is interessant. Of de zandverstuiving hier in de buurt is. ‘Ja, vlakbij. Dat is leuk, ik zie er altijd heel veel honden spelen.’ Andere honden, o, dat is ook nog wat…. Daar komt er net één aan, een hele grote. ’t Jonkie duikt weg, maar dat helpt niet. De baas bespreekt het met de mensen van de grote hond, die de kleine ondertussen leert hoe dat gaat, besnuffelen. Ik wandel verder.

Een heel eind verderop zit me alweer een hond op te wachten. Ook die wil spelen. Met een tennisbal. Het baasje kan roepen wat ie wil, maar het is de bedoeling dat ìk de bal gooi. Okee, waarom niet? ‘Dat heeft ie nou nog nooit gedaan, ik weet niet wat er met hem is,’ zegt het baasje. ‘Misschien komt het omdat ik net gehoord heb dat ik zwanger ben,’ denkt het meisje op het bankje, zijn vriendin. ‘Ja, hij gedraagt zich echt anders. Hij voelt dat natuurlijk,’ beaamt het baasje. En weer mag ik de bal gooien. ‘Gefeliciteerd,’ zeg ik. ‘Wat spannend!’ Ja, ze zijn hier om even aan het idee te wennen. Het dringt allemaal nog niet helemaal door. Terwijl ik keer op keer de bal blijf gooien, vertelt het meisje hoe emotioneel ze is, hoe spannend ze het allemaal vindt en bereidt het baasje zich samen met de hond voor op z’n nieuwe rol. ‘Nou, wie weet, zie ik jullie hier volgend jaar wel met een kleintje erbij,’ opper ik na het hele verhaal over de hond en de aanstaande baby gehoord te hebben. ‘Nou, dat weet ik niet, we komen uit Vlaardingen,’ zegt het baasje en het hondje gaat er maar eens rustig bij liggen. ‘Ik wist dat hier een bos was…’

Een eindje verderop spreekt een man me aan. Zijn hondje voelt er meer voor om door te lopen. Maar hij wil wat vertellen. Dat hij 67 is. Dat zou je niet zeggen. ‘Als je 50 had gezegd, zou ik het zo geloven.’ Hij wandelt nu een uur per dag, z’n conditie gaat vooruit. Maar 5 maanden geleden bleek hij opeens last van z’n hart te hebben. Allerlei technische details waar ik niet zo in thuis ben, maar waar hij behoorlijk depressief van was geraakt. ‘Maar nu gaat het goed?’ Ja, het gaat stukken beter. ‘Ik heb goed nieuws,’ zeg ik tegen hem. Daar heeft hij wel oren naar. ‘Beweging helpt om te verjongen.’ Hij klaart helemaal op en vooral het hondje is het ermee eens. Hèhè, eindelijk weer lekker verder lopen.

Ik bedoel maar, die hondjes….