Als je je eigen weg volgt, goed bij jezelf blijft en je eigen gevoelens, wensen, doelen en behoeften goed voor ogen houdt, je grenzen stelt en jezelf waardeert en keuzes maakt die daarbij passen, onafhankelijk van anderen, zelfstandig en krachtig, dan groeien anderen om je heen vanzelf mee. Zelfs als ze dat niet leuk vinden. Daar gaat het niet om. Je geeft een voorbeeld en je staat op je eigen benen. Als jij groeit, groeit een ander automatisch ook, vooral anderen met wie je je sterk verbonden voelt.
De ander laat je jezelf zien, bijvoorbeeld dat jij niet tot je recht komt en als je dat dan aanpakt, dan pak je dat ook voor die ander aan. Wat zij ermee doen, moeten zij zelf weten. Maar als ik me vrij maak, maak ik ook de weg voor anderen vrij.
Als je iets of iemand – buiten jezelf – probeert te veranderen, dan bereik je dat niet. Je bent juist aan het vechten met de situatie. Je verzet je ergens tegen. Je probeert iets in de buitenwereld te veranderen in plaats van bij jezelf te rade te gaan. Als je dat opgeeft, inziet en in alle eerlijkheid – zonder oordelen – durft te kijken naar jezelf, dan kan er opeens iets gebeuren.
Dat is weer een stukje uit het boek ‘Een nieuw begin’ – omdat ik daar nu mee bezig ben. 🙂