Als de angst overheerst kan je niet helder zien. In feite kun je het beschouwen als een blikvernauwer, je zicht wordt beperkt door angst. Het lastige is dat mensen dat zelf niet in de gaten hebben. Want ze kijken naar buiten – juist door die angst – en zijn alert op wat er van buitenaf aan ‘gevaar’ dreigt. Kritiek van anderen? Commentaar? Ze verkeren voortdurend in de verdedigingsmodus en zijn voorbereid, sabelen een ander alvast omver voordat diegene hen kan raken. Ik overdrijf, maar dat is om het simpel te maken.
Iemand die leeft vanuit deze angst of onzekerheid, zo kan je het ook noemen, gaat niet naar binnen keren om te ontdekken wat daar leeft. Hij (of zij) heeft alles geprojecteerd op de buitenwereld, zonder dat door te hebben. Hij is alert en wijst anderen op z’n fouten, springt erbovenop. Als een ander iets verkeerd doet, ben jij beter… je hebt jezelf gered. Als een ander de schuld heeft, heb jij het niet. De angst is dus om iets fout te doen en de schuld te krijgen. Niet goed genoeg te zijn. Er is een continue rechtvaardiging nodig om er te mogen zijn en goed genoeg bevonden te worden, erkenning te krijgen. Het vervelende is alleen, het is nooit goed genoeg.
En zo zien ‘we’ de wereld buiten ons als gevaar. Als deze persoon naar binnen gaat kijken, is dat een regelrechte ramp, aangezien hij of zij alleen maar kritisch kijkt, hij zal dus zichzelf afkeuren en dat is waar hij nou net zo bang voor is. Daarom doet hij dat niet. Daarom projecteert hij en verdraait feiten en is zeer behendig in het zo draaien dat anderen het altijd gedaan hebben en hijzelf buiten schot blijft. En zo doen we onszelf en de ander onrecht, door die beperkte blik. We zien niet wie we zelf zijn, dat het al goed is. We zien de ander ook niet, slechts vanuit ons beperkte perspectief. En juist daardoor geven we veel macht aan anderen, precies waar we zo bang voor zijn.
Angst is onwetendheid. Geen goed zicht op jezelf en geen goed zicht op de ander en al helemaal geen zicht op ‘dat wat is’, dat wat er altijd is en wat je gerust zou kunnen stellen. Als je het niet kan zien, kan het er niet zijn voor je, terwijl het er wel is en staat te trappelen voor je deur tot jij opendoet. Het toelaat. De controle loslaat. De angst opzij zet.
Vanuit angst geef je macht aan de buitenwereld. Aan een ander. Terwijl alles in jezelf ligt, ook de goedkeuring die je zoekt. Alles wat je zoekt. Maar zolang je bestaansrecht blijft geven aan dat buiten jezelf, waar je bang voor bent, kan je dat niet ontdekken. Als je echter niet inziet dat dat angst is, hoe kan je dan de omslag maken? Je zal eerst die angst in jezelf aan moeten kijken. Aankijken, geen bestaansrecht geven en niet in stand houden, maar gewoon inzien dat die factor die jou gevangen houdt angst is. Als je dat onder ogen durft te zien, is ie niet meer van jou. Dan kan je zien dat het iets is dat jou regeert, maar dat jij dat niet bent. Dan komt er licht in de duisternis, verruimt je blik en ga je de grotere waarheid pas zien.
Durf in de spiegel te kijken, durf te zien dat alles een spiegel is. Want dat is niet iets om bang voor te zijn. Zodra je angst verdwijnt, ben je er vrij van en vertoont dat waar je bang voor bent (onbewust, ongemerkt) ook niet meer steeds in je blikveld. Durf het aan te gaan en bevrijd jezelf. Weet je niet waar je moet beginnen? Nou, het is simpel: Wat houd je bezig, wat probeer je onder controle te krijgen, waar doe je zoveel moeite voor? In de antwoorden op die vragen vind je het antwoord.
Doe minder moeite en bereik meer. Want alles wat je in jezelf (terug) vindt, verandert je leven meer dan alle moeite die je doet om iets te bereiken.