Het verschil tussen – laten we voor het gemak zeggen – de oude wereld en de nieuwe wereld is het verschil tussen ‘ik’ en ‘wij’. Het ‘ik-denken’ maakt ‘ons’ niet gelukkig. Vanuit het ‘ik-denken’ bestaat de illusie van afgescheidenheid en vanuit die illusie ontstaat het gevoel van tekort. Het idee dat je moet vechten voor je rechten, dat je afhankelijk bent van anderen, dat anderen tegen je zouden zijn, beter zouden zijn, meer zouden hebben, een bedreiging zouden kunnen zijn, het denken in ‘ik’ leidt bijna automatisch tot slachtofferschap. Maar ook tot afhankelijkheid. Want het ’tegen’ zijn of je afgescheiden voelen draagt ‘afhankelijkheid’ in zich. Je tegen anderen verzetten, al is het maar in gedachten, is ook een vorm van afhankelijkheid namelijk. In het ervaren van ‘wij’ ligt de bevrijding en de verlossing. Het is het ervaren van eenheid.
Je kunt iemand die nog nooit een slok koffie heeft geproefd wel proberen uit te leggen hoe het smaakt, het zal je niet lukken. Diegene zal het echt zelf moeten proeven om het te weten. Dat is de individuele ervaring. Het kan je van alle kanten aangereikt worden, maar het is aan jou of je het tot je neemt. Dat is de vrijheid, dat is de keuze die elk mens heeft. Je kunt het weigeren, niet vertrouwen, je verzetten en hoe meer men je zal pushen, des te meer zal je de neiging hebben om er ‘nee’ tegen te zeggen. Zo ervaren we ‘ik’, nietwaar? Alles is beschikbaar, maar we verzetten ons. Of niet en als we dat verzet opgeven, waartegen dan ook, is er opeens een heleboel ruimte. We accepteren, ervaren, zijn niet voor of tegen, maar vrij. En nog steeds hebben we keuze. Alleen kiezen we nu vanuit vreugde, niet vanuit verzet.
In de oertijd was er ‘wij’. Men leefde in clanverband. De jagers schoten met elkaars pijlen en niet degene die raak schoot was de held, maar degene van wie de pijl was had het dier gedood. Zo kon er geen ‘ego’ ontstaan. Dat klinkt weliswaar niet erg vredelievend, maar onlangs hoorde ik dat er aan zo’n dier wel van tevoren werd gevraagd of hij zich op wilde offeren om tot voedsel te dienen. Men vroeg toestemming. Dierencommunicatie was vanzelfsprekend, evenals respect voor de natuur. Ook dat is eenheid. De verantwoordelijkheid was gezamenlijk. Zoals bij de bijen, een heel bijenvolk is één dier. Zo’n 40.000 bijen vormen gezamenlijk één lichaam. Ze hebben geen vergaderingen nodig, waarbij iedereen z’n eigen belang verdedigt. Ze communiceren ten dienste van het geheel, het doel. Ze kunnen elkaar duidelijk maken waar de bloemen te vinden zijn en geen bij die zal protesteren ‘ik heb geen zin om zo ver te vliegen, is er niet iets dichterbij?’
Toch is die individualisatie in de ontwikkeling van de mens er niet voor niets, want niets is voor niets. We kunnen wel afgeven op alle gebeurtenissen in de geschiedenis, de onderdrukkende aspecten van het patriarchale, de machtssystemen, oorlogen, ongelijkheid, de uitbuiting van de aarde en het gebrek aan respect voor het leven, maar het is een les. Het afwijzen en afkeuren en het verzet zijn een stap in de richting van de bevrijding. Maar zolang het protest is, is het nog niet vrij, zijn we er nog niet van bevrijd, want dan is er nog strijd in onszelf. En de strijd in onszelf weerspiegelt zich in de wereld.
Het individualistische is ontstaan door de angst voor tekort. Door de angst of door het tekort? Door natuurrampen werden volken gedwongen naar andere plaatsen te trekken, omdat er tekort aan voedsel dreigde op de plek waar ze gewend waren te leven. Zo ontstond de angst voor tekort, waardoor veel veranderd is. De harmonie werd verstoord. Verandering veroorzaakt angst. Een overlevingsmechanisme. Het natuurlijke vertrouwen ‘all is well’ wankelde. De angst leverde niet alleen een voedingsbodem voor de macht – maak de mensen bang en je hebt macht – maar ook omgekeerd: mensen vergaten hun eigen kracht en begonnen zich afhankelijk te voelen en gaven de macht aan iets buiten zichzelf. De innerlijke overtuiging ‘all is well’ was aangetast.
Hetzelfde gebeurt in ons eigen ‘kleine’ leven, allerlei gebeurtenissen schoppen ons vertrouwen in ‘all is well’ omver. Enerzijds gaan we anderen daarvan beschuldigen, anderzijds voelen we ons afhankelijk en slachtoffer daarvan. Maar hoe anders zouden we onze eigen kracht kunnen ontdekken? Ons daarvan bewust kunnen worden? Het hele leven draait om dat inzicht, dat geboren wil worden in ons. De individuele weg heeft dat doel: bewustwording. Het nieuwe ‘wij’ is een keuze, die we pas bewust kunnen maken als we de ervaring hebben van hoe het is om afgescheiden te zijn. Afgescheiden zijn van ‘de bron’ is afgescheiden zijn van elkaar. In onszelf kunnen we de bron ontdekken en van daaruit ontstaat de eenheid, het bewustzijn van de eenheid. Want de eenheid was er altijd al. We zagen het alleen niet. Wakker worden, opnieuw geboren worden, het bewustzijn wil ontdekt worden. Vanuit het donker ben je blij met het licht. Als alles altijd al een en al licht was, als er geen donker bestond, hoe zouden we dan licht kunnen herkennen, hoe zouden we dan al die mooie kleuren kunnen zien? En hoe zouden we dan keuzes kunnen maken? Nu hebben we die kans.