Humor, plezier en avontuur

Meer humor en plezier, dat wens ik mezelf en iedereen het komende jaar en alle jaren die volgen. Je zal zien, dat lost een heleboel op. Lach eens wat vaker om wat er allemaal gebeurt en zie de humor ervan in. Neem het allemaal niet al te serieus, want daar word je helemaal niet gelukkig van.

Paul Witteman maakte gisteravond de balans op van z’n zoektocht naar geluk, waarin hij een beetje kennis had gemaakt met yoga, mindfulness, je samen ergens vrijwillig voor inzetten, een vrolijke kerk en ‘iets nieuws doen’. Dat laatste voeg ik trouwens even toe aan mijn wens: meer avontuur! Witteman had het niet echt gevonden, maar hij stelde een goeie vraag aan de dames en heren aan tafel, die gespecialiseerd waren in de relativiteit van geluk (vooral psychologen): “Elvis zei ooit: ‘Als er zoveel van mijn platen verkocht worden, zal ik wel iets goed doen,’ dus als de ‘geluksindustrie’ zo booming is en zoveel mensen tegenwoordig aan mindfulness doen, dan zal er toch wel wat in te vinden moeten zijn?” Sommigen noemen het een hype, waar je juist helemaal niet gelukkig van wordt, want het suggereert dat je er zelf iets aan kan doen en als dat dan niet lukt… bovendien wordt het geluk dan een prestatie. Een van de psychologen vond dat het er om ging dat de mens leerde lijden – zo’n psycholoog wens ik niemand toe –  en een ander benoemde het als ‘accepteren  wat je niet kan veranderen’. Gelukkig zat er ook iemand aan tafel die aanhaalde dat het zoeken naar geluk van alle tijden is. De oudste schrijvers behandelden dat thema al. Inderdaad. De zoektocht van de mens is zo oud als de mens zelf en misschien ben je pas gelukkig als je niet meer zoekt.  Misschien is het zoeken ‘naar geluk’ niet de goeie term, want ‘geluk’ heeft – ik citeer hier White Bull – een metgezel:  ongelukkigheid. “Het fundament voor alle vormen van welzijn is Vrede en daar kan blijvende vreugde uit voortvloeien. Vrede wordt gevonden door binnen te treden in de onveranderlijke atmosfeer van jouw diepste wezen.” (pag. 84 van Er is niets wonderbaarlijks aan een wonder).

Dus ja, toch naar binnen keren Paul Witteman en tafelgenoten. Het punt is natuurlijk dat je hierover helemaal geen rationele discussie kan voeren en je die ervaring ook niet kan delen, ook al proberen alle schrijvers van de wereld dat al eeuwen en zijn sommigen daar ook heel behoorlijk in geslaagd. Natuurlijk kan je het makkelijk belachelijk maken, erover oordelen en het afwijzen, zeggen dat er geen bewijzen voor zijn, net zoals God niet bewezen kan worden. Ik heb overigens genoeg bewijzen, maar die zullen door ‘ongelovigen’ al snel ’toeval’ of ‘geluk’ genoemd worden, hoewel geloof ik wel is aangetoond dat gelovige mensen over het algemeen gelukkiger zijn. Net als mensen die sporten. God is een term, evenmin te beschrijven en te beoordelen als die innerlijke Vrede, wellicht omdat het hetzelfde is. Het is een persoonlijke ervaring, het is zoals je denkt dat het is. Wat niet wil zeggen dat je gelijk hebt ten opzichte van anderen, want iedereen heeft gelijk. Daarom kan je maar beter blijven zoeken naar nieuwe antwoorden die je meer dienen, zolang je de voldoening van die innerlijke Vrede nog niet hebt gevonden. Een ding kan ik je wel vertellen: Je comfort-zone helpt daar niet bij.

Ik ben geen wetenschapper, geen psycholoog, ik noem mezelf ook zeker geen ‘objectieve’ journalist, (omdat objectiviteit niet bestaat), maar ik heb wel uitgebreid onderzoek gedaan. Meer dan 10 jaar, misschien wel mijn hele leven. Zoals iedereen z’n leven lang misschien wel zoekt en ook van alles kan concluderen als hij of zij zijn/haar eigen leven onder de loep neemt. Ik had graag daar aan tafel gezeten om mijn bevindingen te vertellen, niet zozeer om erover te discussiëren, maar vooral om anderen een handreiking te bieden in hun zoektocht: Je goed voelen, laten we het zo noemen, is het allerbelangrijkste en beïnvloedt ook alles. Dus daar kan je zeker veel aan hebben en daar kan je ook zelf iets aan doen – door het prioriteit te maken. Zoek het in jezelf in plaats van buiten jezelf, ja. Buiten jezelf vind je het niet. Leer je gedachten waar te nemen, dan kan je ze ook gaan besturen of wat minder serieus gaan nemen. Dan kan je er misschien ook wel om lachen. Geef jezelf meer vrijheid, ga eens iets nieuws doen, wijk af van je vaste patronen, breng er wat meer beweging in. Letterlijk en figuurlijk. Minimaal een half uur bewegen per dag, dat doet ieder mens goed. Wijs niets af, vooral jezelf niet, accepteren dus. Maar ondertussen hoef je je er niet afhankelijk van te maken. Bijvoorbeeld: je neemt je angst waar, accepteert het (dus je gaat er niet mee in gevecht), maar je laat je er ook niet door weerhouden. Maak problemen niet groter door je er zorgen over te maken. Neem niet alles persoonlijk. Laat je leven niet afhangen van een ander. Probeer te ontdekken dat alles projectie is en dat jij dus wel degelijk invloed hebt op wat je meemaakt en beleeft, want het zijn jouw projecties. En zo kan ik nog wel even doorgaan… Maar het voornaamste en het simpelste – voor iedereen toepasbaar – is dat je altijd twee kanten op kan en dat je dus kan kiezen: Creëer je meer ruimte, vrijheid, beweging en avontuur… door de gebaande paden te verlaten (juist ook die van de ingesleten gedachtepatronen) of zet je alles klem? Die keuze kan je op elk moment maken. Het is een kleine stap: Kijk je de ene kant op of de andere kant op?

Toen was er die film van de honderdjarige die uit het raam klom. Wat heb ik gelachen! Geweldig, dat verhaal. Het is ook een boek, misschien ken je het wel. Als je toch 100 ben, wat maakt het dan nog uit? Dan klim je gewoon uit het raam en je gaat avonturen beleven. Waarom zou je in je bejaardenhuiskamertje blijven zitten wachten tot het afgelopen is? Ik neem aan dat jij geen 100 bent, ik ook niet, maar wat hebben wij te verliezen? We leven NU en we weten niet of we de 100 wel halen.

 

Mocht je nog aan het zoeken zijn, raad ik je het boek van White Bull aan. Ik bladerde het net even door op zoek naar die quote en het staat vol met antwoorden. Het is ook geruststellend, relativerend, herkenbaar en zelfs humoristisch. Ik geloof dat ik het maar eens naar Paul Witteman ga sturen, want ook al waren zijn vragen oprecht, het antwoord heeft hij nog niet gevonden…