“Is het mogelijk om vriendschap te sluiten met het ego?” Die vraag werd aan Eckhart Tolle gesteld en ik vind z’n antwoord de moeite waard om te delen. Ooit heb ik het eens vergeleken met een aapje, dat je in de gaten moet houden, de baas moet zien te blijven, waar je beter mee kunt samenwerken door ‘m bijvoorbeeld opdrachten te geven, duidelijke richtlijnen, voor ‘hij’ de boel overneemt. Dat werkt, omdat je dan alert bent en ‘m tijdig herkent. Je blijft zelf ‘de baas’.
Maar wat Eckhart Tolle antwoordt, maakt het nog interessanter: Zodra je ‘hem’ herkent, is het al geen ‘ego’ meer. Als het ego in jou actief is, heb je dat niet door: “Ego impliceert dat je je er niet van bewust bent. Mensen met het grootste ego, hebben geen idee wat ‘ego’ is en zijn ook niet geïnteresseerd daar meer over te leren. Ze zien zichzelf echt niet als iemand met een groot ego. Ze kunnen het ego niet herkennen als ego.”
Maar op het moment dat je het ego herkent, is het dus niet echt het ego meer. Het kan zijn dat er nog een oud gedragspatroon of een oud gedachtenpatroon actief is. Zodra je dat ziet, herkent, treedt er al een verandering in werking. Hij noemt het voorbeeld van ‘name-dropping’ (“kijk eens hoe belangrijk ik ben, ik moet nog even de Dalai Lama bellen”), maar het kan natuurlijk net zo goed iets zijn als “Kijk eens hoe zielig ik ben” of “Kijk eens wat ik allemaal heb gedaan,” “Kijk eens hoe zwaar ik het heb…” of “Kijk eens hoe goed ik ben, wat ik allemaal niet over heb voor…” enz.. enz..
Volgende keer dat je in een zelfde soort situatie terecht komt, reageer je anders. Het moment van herkenning geeft bevrijding. Het kan zijn dat het patroon nog even voortgezet wordt, maar je wordt er niet meer totaal door in beslag genomen. Er is geen volledige identificatie meer met dat patroon. Je kunt dus in zijn optiek geen ‘vrienden worden’ met zo’n patroon, juist omdat het onbewust is, maar je kunt wel geduldig zijn met jezelf. Je hoeft het ook niet tot je vijand te maken, want alles wat je tot je vijand maakt, geef je meer macht en kracht. Ego is dus geen vriend en geen vijand. Het is iets wat jou heeft ‘overgenomen’ en je onbewust maakt. Het is een vergissing dat je het ego zou kunnen overwinnen als je er de strijd mee aangaat, want zodra je gaat vechten, ben je deel van het ego.
Compassie dus, voor de patronen die nog werkzaam zijn en waar je je niet bewust van bent, maar die dus aan het licht komen door je ‘Presence’, je aanwezigheid. Het zien is het je er bewust van worden. In plaats van jezelf dat kwalijk te nemen, wat opnieuw tot onbewustheid leidt, zeg je gewoon “O, daar heb je hem weer, ik doe het weer, dat is grappig…” en je lacht er om. Lachen is een goeie manier om jezelf te bevrijden.
Maar, zegt Eckhart, er gebeurt ook iets vreemds als je een patroon herkent en laat vallen, in eerste instantie ontstaat er leegte. Je mist iets, je voelt je kleiner, minder, omdat je vanuit ego-oogpunt jezelf niet verdedigd hebt bijvoorbeeld. Als je bij dat gevoel blijft, verdiept het zich en ontstaat er ruimte, dan kom je bij je werkelijke kracht. Je voelt geen noodzaak meer jezelf te verdedigen, om voor jezelf op te komen, je kunt het laten. Daar vind je de ware vrede, ’true aliveness’ noemt hij het, dat is dus geen gelatenheid of passiviteit, maar werkelijke vrijheid en levendigheid, onbeïnvloedbaar door uiterlijke omstandigheden. Veroordeel jezelf dus niet, heb geduld met jezelf en weet dat je goed bezig bent door überhaupt die patronen te herkennen.
Conclusie: Laten we eens wat meer lachen om onszelf! 🙂