“Ja, een luxe-probleem,” zegt een medewerker van het Rode Kruis als ik aankom met een auto vol truien, jasjes, broeken, schoenen en T-shirts voor de vluchtelingen. Ternauwernood kan ik nog een paar sjaals en mutsen inleveren. Meer hebben ze niet nodig. Hoe bestaat het? Zoveel vluchtelingen onderweg…
Ik had al van iemand gehoord dat er een oproep was gedaan voor vrijwilligers om alles te sorteren. Waarom zou je dat niet door de vluchtelingen zelf laten doen, dacht ik nog. Maar goed, daar stond ik dus mooi te kijken – naar het bordje ‘we begrijpen dat dat teleurstellend kan zijn voor u’.
Laatst zag ik een kledingbank ergens bij Nieuwegein. Laat ik daar eens heenrijden. Er zullen toch zeker mensen zijn die wat warme spullen nodig hebben voor de winter? Het was voor mij een overweging geweest, moet ik eerlijk zeggen, om bepaalde kleding, die ik niet vaak aan heb, weg te geven. Als een ander een trui 50 keer draagt en ik hooguit een of twee keer….
Ondertussen besef ik dat ik een beginnersfoutje heb gemaakt bij het opruimen. Je beslist om iets weg te doen of niet. Weggeven is nog niet helemaal afstand nemen, dat is een andere bestemming zoeken. Ik herinner me het verhaal van Mari Kondo over het weggeven aan zusjes – en dus vervolgens zusjes opzadelen met jouw overschot. Ahum…
De kledingbank kan ik nergens meer vinden, verdwenen. Natuurlijk, ik kan naar huis rijden en me gaan storten in het hele onderwerp, waar heeft men kleding nodig (en welke spullen nog meer?), ik kan een tweedehandskledingwinkel zoeken, ik kan ook zelf naar een asielzoekerscentrum rijden, maar mijn hemel, wat ben ik aan het doen? Als ik deze weg insla ben ik straks in geen 100 jaar klaar. Thuis wachten nog meer hoofdstukken… boeken, paperassen, ‘komono’ (dat betekent algemene spullen), keukenspullen, enz.. enz… Hou je doel voor ogen! Dit is niet erg efficiënt. Ik besluit om in elk geval niet met al die zakken terug thuis te komen, dat levert het risico op dat ik ze nog eens openmaak en ga selecteren op wat er nog in een winkel verkocht zou kunnen worden en het is bovendien geen goeie stimulans om door te gaan. Uiteindelijk belanden ze in de container vlakbij huis, waar op staat dat de gemeente samenwerkt met het Leger des Heils. Lange leve het Leger des Heils, fijn dat ze er zijn. Ik laat het los.
Onderweg dacht ik terug aan de tsunamihulpverlening, aan al die dozen die mensen ingezameld hadden en die ik verkocht zag worden in India… terwijl er toch echt dorpen waren waar men nog grote nood had. Het is niet makkelijk, goede hulpverlening. Om het echt terecht te laten komen bij mensen die het het hardste nodig hebben. Wij wilden destijds mensen in zo’n getroffen dorp helpen, maar dat ging niet zomaar. Je moest het hele dorp hetzelfde pakket geven – ook de mensen die het minder hard nodig hadden – en ook nog goed in de gaten houden dat het echt bij iedereen terecht kwam. Je krijgt scheve ogen en problemen als je de een wel helpt en de ander niet. Op zich is het goed dat er organisaties zijn, die daarin gespecialiseerd zijn. Wij mensen willen altijd helpen, zeker als we zulke rampen zien gebeuren in de wereld – en dat is een mooie eigenschap, maar soms is het ook voor ons eigen gevoel. Om onszelf beter te voelen, om het idee te hebben dat we iets gedaan hebben. Nou ja, ook dit is een heel ander hoofdstuk. Daar kan ik een boek over schrijven.
Dus, om terug te komen op het opruimen: weg is weg. De keuze die je maakt is of je er blij van wordt of niet. Dat is de enige afweging die je maakt. Ik was per ongeluk een andere gaan maken. Herstel.
Om het loslaten kracht bij te zetten, ging ik even sporten. In alles wat je doet kom je jezelf tegen. Of… bij alles wat je doet kom je oneigenlijke argumenten tegen. Zowel opruimen als sporten doe je omdat het goed is voor jezelf. Omdat je je er beter bij voelt. En dat is een hele legitieme reden. Maak het niet ingewikkelder dan dat, maak het simpel en eenvoudig. Steeds opnieuw kom ik erop uit dat het je eigen taak is om je goed te voelen, zo goed mogelijk en uiteindelijk help je daar iedereen het meest mee, maar daar gaat het niet om! Luister goed naar jezelf, volg je innerlijke stem, je ingevingen en laat je niet in de war brengen door gedachten, twijfels en excuses. Neem verantwoordelijkheid voor jezelf. Ruim op al die kronkels en hersenspinsels. Baan je een weg door het woud van illusies en angsten en vind de open plek van vrede in jezelf.
Dat is mijn vrije interpretatie van een stukje van White Bull (uit de inleiding van het boek):
“Ik bid dat mijn woorden jou zachtjes zullen prikkelen en jou zullen doen ontwaken in jouw diepste weten. Zoals in het sprookje van de Schone Slaapster hoop ik dat elk woord zich een weg baant door het woud van hersenspinsels en angsten in de richting van de open plek waar jij, Schone, ligt te wachten op de kus der Waarheid die jou dan volledig zal doen ontwaken en die jouw ware Onschuld in ere zal herstellen.”