Boodschap van Babaji (gechanneld door Gwendoline Remmerie):
Al worden we dagelijks door vele mensen omringd, toch kunnen we ons eenzaam voelen. En ook andersom: fysiek alleen zijn leidt niet noodzakelijk tot eenzaamheid. Het is zelfs zo dat de meesten die zich eenzaam voelen wel een partner hebben. Wat maakt dan dat iemand eenzaam is? Eenzaamheid, het is een thema om te belichten in deze tijd, waarin men massaal uitgenodigd wordt om zich op verbondenheid en samenwerken te focussen.
Als iemand die in het dagelijks leven alleen leeft, zich open weet te stellen voor de omgeving, het bloemetje langs de weg, de vogel die overvliegt en in staat is om in openheid en welbevinden te vertoeven, in interactie te gaan met de mensen die hij of zij ontmoet, bij de bakker, op straat of met een vriendin die langs komt, dan is die persoon in staat om helemaal niet eenzaam te zijn. Terwijl een andere persoon, die misschien een partner heeft en kinderen en vrijwel nooit alleen is, maar zich wel voortdurend opgesloten weet in het hoofd en zich door gepieker, getwijfel en gedachten afsluit, niet in staat is om zich werkelijk te verbinden. Het hoofd vormt dan muren. Een idee of een oordeel is voor die persoon als een rood licht, als het sluiten van deuren voor ontmoeting en niet ontvankelijk. Een persoon die opgesloten zit in de eigen bevindingen, ongeacht of hij of zij zich omringd weet door anderen, is een eenzaam persoon.
Eenzaamheid ontstaat op het moment dat men stopt bij zo’n rood licht van voorkeuren, van vooringenomenheden, van welk soort dan ook. Zodra je een vooringenomen idee hebt over een persoon, ben je niet in staat om die persoon te ontmoeten. Dan kan je met die persoon een gesprek hebben, een dag doorbrengen, van alles samen doen, maar je hebt jezelf in eenzaamheid verwikkeld. Wees je steeds bewust van het feit dat je er bent en bestaat, wees je bewust van het feit dat er ondertussen allerlei zaken in je hoofd kunnen omgaan.
Hij of zij, die een oordeel velt en dat oordeel kan zien als iets menselijks, iets van het hoofd, zonder dat hij of zij zich daar verder mee inlaat, is in staat om zijn oordeel te herkennen en te tolereren. Dan zal dat oordeel geen bouwsteen voor een muur om zich heen zijn en niet leiden tot eenzaamheid. Eenzaamheid is de toestand, waarbij iemand binnen de zelf- opgebouwde muren van oordeel, gedachtenvorming, indrukkenvorming, opgesloten zit zonder dat te beseffen. Het zich wél omringen met mensen, zal geen oplossing zijn.
Hij of zij die zich eenzaam voelt, is op dat moment niet in staat zich te realiseren dat hij zelf de bouwer van de muren is en dat hij dus ook alleen zelf die muren kan afbreken. Eenzaamheid is als het vertoeven in een spiegelpaleis. De muren hebben spiegels aan de binnenkant die jou voortdurend weerkaatsen en vervormen. Er ontstaat een interactie van spiegel naar spiegel. Jij zit in dat spanningsveld tussen de spiegelbeelden gevangen. Eén kleine gedachte aan iets wat je niet leuk vindt, wordt uitvergroot en weerkaatst in de andere spiegels en vormt een zich herhalend patroon en dat wordt een stug, moeilijk weg te nemen trillingsveld. Het lijkt dan alsof het gevoel van triestheid jou de baas is en jou bespeelt. Het voelt dan alsof je er helemaal niets kan aan doen, dat die triestheid over je heen valt en je helemaal beheerst.
Herken je dit dominerende gevoel van verdriet, dat wel eens over je heen hangt en wat je dan enigszins verlamt, je heel veel kracht kost en je niet in staat stelt tot normaal functioneren en te stralen vanuit jouw wezen? Sta er eens bij stil dat als deze triestheid jou domineert, dat dit voortkomt uit het weerkaatsen van een kleine emotie in de spiegelmuren die je hebt opgebouwd. Je had je eenzaam opgesteld. Jouw emoties, meningen, ideeën waren even rode stoplichten geworden. Even ging je niet verder. Even waren dat de begrenzingen. Het is heel menselijk, maar het verklaart waarom je het ene moment heel vrolijk en dynamisch door het leven huppelt en het andere moment, zonder aanwijsbare reden, verdrietig bent of verlamd lijkt en niet in je kracht staat. Het gebeurt ongemerkt. Eenzaamheid ontstaat ongezien, kortstondig of chronisch.
In de spreektaal gaat het bijna altijd over geen mensen om zich heen te hebben. Maar als je goed kijkt naar mensen die deze eenzaamheid kennen, dan zijn zij verre van alleen. Het één heeft niets met het ander te maken. Alleen is het wel zo dat wanneer je letterlijk alleen bent, de uitdaging groter is om aan de rode stoplichten voorbij te gaan. Je hebt minder klankbord. Als je fysiek alleen bent, heb je meer ruimte om je gedachten te ervaren, ernaar te luisteren en ze op te merken. Voor sommigen is daarom de kans groter dat die gedachten een baken gaan vormen, een baken dat hen er binnen zal houden. Het baken is mentaal opgebouwd. Het is een mentaal veld waarop je op dat moment vertoeft en waar je niet lijkt uit te kunnen.
Eenzaamheid is een positie van gevangenschap, een zelf aangenomen gevangenschap die ten allen tijde te doorbreken is. Daar is het inzicht voor nodig dat je stoplichten had neergepoot in de sfeer van je eigen beleving. Herken daarom elk spontaan geuit oordeel en zet dat licht op groen. Dat betekent in het geval van een oordeel: relativeer het en verdraag het dat een mens oordelen kan vellen. Heb het in de gaten dat een gedachte, een rood stoplicht wordt voor jou.
Bijvoorbeeld: ik voel mij kwaad, ik voel mij ontgoocheld. PUNT. Dat punt is dan het vormen van een muur. En daarbinnen zullen jouw emoties des te heftiger worden. Zo werkt de dynamiek van eenzaamheid, kortstondig of langdurig. Het is zo dat degene die in een eenzame positie zit ook niet werkelijk kan horen wat de ander aanbrengt. De ander ziet een triestheid of een niet-stralen of een niet kunnen functioneren bij de zogenaamde eenzame en die probeert nog iets te bieden of te sussen of te troosten of iets warms bij te brengen. Maar aangezien de eenzame een muur heeft opgebouwd, kan dit niet ontvangen worden. Het wordt gehoord als een schrale troost of als een sussertje. Het wordt niet ontvangen. Als je iemand opmerkt in een eenzame positie, dan kan je dus niet direct iets doen, behalve de persoon even helpen in te zien dat hij gevangen zit in zijn eigen mentaal opgebouwde muren. Je kan zeggen: “Zeg, ik ben er hoor, maar eerst moet jij je muren even plat leggen en dan ga je zien dat ik er ben.” Of: “Ik ben er hoor, maar ik probeer niet de burcht van het mentale veld binnen te dringen, ik laat jou die vrijheid om te doen met die burcht, wat jij denkt wat goed is, maar ik ben er voor jou.” Jouw onvoorwaardelijke aanwezigheid ten opzichte van iemand waarbij je ziet dat die zich als eenzame opstelt, maakt dat hij of zij in staat is om muren af te breken. Als je zegt: “Mij best, als je mij niet binnen laat in jouw burcht, dan stap ik maar weer op, adieu,” dan hou je de eenzaamheid van die persoon mee in stand. De mensen van buiten de burcht dienen dus onvoorwaardelijk aanwezig te blijven. Geen enkele vorm van opdringerigheid is hier op zijn plaats, want de muren van de burcht zullen alleen maar verstevigd worden als de eenzame merkt dat hij betutteld wordt of dat hij schrale troostwoordjes krijgt. De eenzame kan dat niet hebben. Je kunt het je ook wel voorstellen. Iedereen heeft wel eens positie gezeten, is het niet? Wat heb je dan aan al die woordjes van begrip en ondersteuning?
Stel dat jij de eenzame bent, dan kan je jezelf wijsmaken: “Zie je nu wel dat de anderen niet in mij geïnteresseerd zijn?” Je kan jezelf dat wijsmaken, omdat je op dat moment niet door hebt dat je een burcht om je heen hebt gebouwd, waardoor het voor de ander effectief moeilijk is om naar jou toe te komen, om open te zijn naar jou. Die burcht heeft een afstotend effect op de omgeving, die misschien nog wel eens poogt om binnen te komen, maar ja, je houdt het af. De eenzame maakt het dus pijnlijk en zwaar voor zichzelf en ook moeilijk voor de omgeving. Het punt is, dat hij dat meestal niet beseft.
Dan komen er spontane situaties die de stroom weer op gang brengen en die de eenzame uit zijn positie halen. En achteraf kan hij het wel zien, als hij terugblikt, dat hij zichzelf toen vastgezet had. Maar op het moment zelf is dat moeilijk om te zien en ook heel confronterend.
Hetzelfde gebeurt wanneer mensen zeggen: “Ik moet mij afschermen, ik moet mij beschermen ten opzichte van mensen die het niet goed menen met mij…” Dat idee ‘Ik moet mij beschermen’, heeft hetzelfde effect als het bouwen van een mentale burcht om je heen, waarbinnen je kwaadheid, frustratie en menselijke emotie gevangen houdt. Als iemand zegt: “Ik voel mij angstig in een situatie, ik moet mij beschermen,” dan wint de angst het van die persoon. In plaats van ‘Ik moet mij afschermen’, kan die persoon beter zeggen: “Ik straal mijn wezen uit.” Zoals de stralen van de zon naar buiten stralen en niet verhinderd kunnen worden door een beetje donkerte. Het werkt helemaal op dezelfde manier, de dynamiek van het doorbreken van eenzaamheid.
Wees de eerstvolgende keer dat je je eenzaam opstelt in staat om te beseffen dat het jouw keuze is: Zet je jezelf vast in die cocon, waarin je eens lekker kwaad kan zijn of verdrietig of wie weet wat allemaal of zeg je: “Ik straal mijn wezen uit als een zon.”
Het is een grote uitdaging, want aangezien je dan in dat badje ondergedompeld bent van jouw emotie, heb je vaak even goed zin om die emotie te blijven voelen, even vast te houden. Daar is ook niets mis mee, maar dan heb je het tenminste begrepen. Op het moment zelf kun je dan beslissen om eerst even een tijdje de eenzame te blijven en dan te zeggen: “Goed, ik heb het nu gehad, mijn pleziertje.” Nou, plezierig is het niet. Vind je wel? En dan zeg je: “Ik straal mijn wezen uit. Als een gouden bal, gelegen in het midden van de ruggengraat, ter hoogte van het borstbeen, straal ik mijn wezen uit als waren het fysieke stralen van de zon, van binnen naar buiten.” Dan kan dat muurtje om je heen niet langer stand houden.
Meerzaam
Als je in een groep bijeen bent, zal degene die stopt bij zijn eigen gedachten en daar rode lichten van maakt, niet in staat zijn om het samenzijn te ervaren. Terwijl je juist in de gedeelde focus verder kan kijken. In de gedeelde focus kan men de Meester die men is, ophalen, ervaren, raadplegen en naar buiten brengen. Zodra je met mensen samen bent, ongeacht met wie, is het belangrijk dat je voorbij je indrukken en oordelen kijkt en je focust op het feit dat je met mensen samen bent, die in wezen allen dezelfde zijn, ook al zijn er nog zoveel uiterlijke verschillen.
In wezen zijn allen één. Zodra één persoon in de groep zich daarmee verbindt, met die gedachte, is die alvast niet meer in staat om zich eenzaam te voelen. Zelfs als die andere mensen hem niet liggen of anders denken, dan gaat die ene voelen dat, achter al die verschillen, allen toch één zijn.
Voor het belang van het geheel, is het nodig dat men die eenzaamheid fundamenteel leert hanteren en bewust kan uitschakelen. De eenzame is mistroostig, heeft zelfmedelijden en raakt niet van zijn eilandje af en kan daarom niet bijdragen tot groei van het geheel. Er is geen interactie van universele informatie mogelijk. Stel je voor dat in een stroom water één druppeltje in staat zou zijn, om zich mentaal af te sluiten van de stroom, dan zou de stroom volledig zijn natuurlijke gang van bewegen kwijtraken, omdat alle andere druppeltjes in die stroom daar rechtstreeks door verhinderd zouden worden.
Als één persoon zich eenzaam opstelt in een groep, dan is het des te belangrijker dat er genoeg andere mensen zijn die bewust omgaan met eenzaam zijn of niet-eenzaam zijn en zich focussen op het één zijn, het ‘meerzaam’ zijn.
De werkelijkheid is dat we allen meerzaam zijn. Het hoofd kan alleen de indruk geven dat je eenzaam bent. Iemand die zich door anderen niet begrepen voelt, iemand die zich anders voelt dan de rest, kan die ervaring hebben, maar zodra hij daar een rood licht van maakt, dan maakt hij er een muur van en dan zal dit overgaan naar zelfmedelijden en verdriet, omdat hij zonderling denkt te zijn en dan zal hij zijn zelfbeeld versterken want het stroomt niet. Hij zit gevangen en daardoor worden anderen uitgenodigd om ook dat beeld van hem te krijgen. Als iemand zich inkapselt in zo’n gevoel van eenzaamheid en triestheid, dan gaan anderen ook een soort medelijden met die persoon krijgen. Of het tegenovergestelde: “ach, hoe zielig voor die persoon dat hij zich zo opstelt, daar doe ik niet aan mee.” Dus waar de eenzame zich in inkapselt, lokt dat bij de omgeving uit dat zij ook dat beeld van hem of haar zullen hebben. Het verhindert de totaalstroom. Het verhindert het besef van meerzaamheid.
Lieve mensen, alles wat er gebeurt en menselijk leed veroorzaakt, kan alleen maar gebeuren vanuit hen die eenzaam zijn. Een eenzame bedrijfsleider zal andere effecten hebben op het geheel waarbinnen hij werkt dan een meerzame bedrijfsleider, die met mensen samenwerkt en spreekt en omgaat, met mensen SAMEN.
Iemand die zich binnen een familie eenzaam opstelt, zal een vreemde eend in de bijt zijn en zal de gehele familiesfeer onaangenaam inkleuren. In situaties om u heen èn op het wereldtoneel, wordt lijden veroorzaakt door hen die de meerzaamheid niet beseffen, die het één-zijn van mensen, het gelijk zijn van mensen, het wezenlijke één-zijn, niet zien en niet beseffen. Gelukkig zijn heel veel mensen wereldwijd in staat om die meerzaamheid wel te beseffen, maar ook dan is het de kwestie: sta je er bij stil, besef je dat je met anderen samen bent of blijf je in je eigen gedachten gevangen zitten? Je hebt hier een verantwoordelijkheid in, want als jij in meerzaamheid aanwezig bent tussen de mensen, zal je het geheel daarin stimuleren. Als je zonder het te beseffen in je eigen gedachten ingekapseld raakt, maak je afzonderlijke stukken en verhinder je de stroom.
Meerzaamheid is het ‘beroep doen’ op die heel speciale kracht van verbondenheid, het wit tussen de woorden die de woorden betekenis geeft, de stilte tussen de klanken, waardoor de klanken hun klank kunnen krijgen in het geheel. Dat wat mensen verbindt is liefde. Het gaat niet om de mens als individu, het gaan om dat wat hen verbindt. Zo krijgt het individu de mogelijkheid om te stralen, om er iets van te maken. Staat hij niet in die stroom of kapselt hij zich te midden van die stroom in als afzonderlijk stukje, dan kan hij niets met dat wat mensen verbindt, met liefde. Zijn eigen beeld binnen die muren, zijn eigen idee over liefde en samenwerken en samenleven, zal gauw uitgeblust, uitgeput, vertekend en vervormd worden, want het wordt niet gevoeld en niet gevoed vanuit die meerzaamheid.
Alleen kan je een vlam niet brandende houden. Richt je je focus op dat waarin allen gelijk zijn en dat wat mensen verbindt, dan kan het vuur branden en zich vermeerderen. En dan mag je misschien op je eentje ergens op een eilandje zitten, het gaat er om hoe je je mentaal met het geheel verbindt. Sta open, wees ontvankelijk. Kijk liever naar de gelijkenissen dan naar de verscheidenheden. Zoek niet naar wat er beter moet, maar kijk naar wat er goed is en doe daar meer mee. Haal daar meer uit. Spreek bevestigend, ondersteunend, stimulerend, zowel naar jezelf toe als naar alles en iedereen, die je omringt. Leef in meerzaamheid.
Als jij een boswandeling maakt en je bent helemaal alleen, dan kan je evengoed in meerzaamheid wandelen als iemand die wandelt met een groep mensen samen. Laat dit begrip van eenzaamheid en meerzaamheid jou inspireren en draag het uit. Vermeerder het.
De eenzame vermeerdert zijn geklaag en kopieert zijn gedachten over wat hij niet graag heeft. Hij maakt er een meervoud van. Hij versterkt het, want het weerspiegelt zich voortdurend. De meerzame kan alleen in eenvoud leven. Hij focust niet op wat hij moeilijk vindt, op wat niet kan, op wat niet mogelijk is, op wat niet goed is, op wat triestig maakt, maar hij focust op wat gelijk is bij allen. Hij focust op wat er mogelijk is, op wat kan. Daarom zal hij iets wat hij niet prettig vindt, niet goed vindt of niet leuk vindt, wel zien en beseffen, maar niet nog eens bespreken en herhalen, niet nog eens overdenken en nog eens en nog eens en nog eens… Het blijft in eenvoud. Dat wordt niet gekopieerd.
Wie in verbondenheid, open en ontvankelijk leeft, zal automatisch kijken naar de mogelijkheden en heeft het niet nodig om de niet-mogelijkheden te vermenigvuldigen. Dat gaat vanzelf. Hij heeft daar geen behoefte en geen boodschap aan.
Ik vertel jullie dit, omdat het teweeg zal brengen dat je helemaal spontaan, vanuit jezelf zal gaan zien wanneer je jezelf in eenzaamheid plaatst. Het is heel normaal dat je een bepaalde emotie kunt ervaren, dat je verdriet kunt voelen, maar geen enkele emotie, geen enkel verdriet is een reden om je af te bakenen. Voel je menselijke emotie absoluut. Geef jezelf er de tijd voor, zolang als nodig is om het te doorvoelen en er doorheen te ademen. Maar laat het niet aan de macht zijn. Zeg niet: “Omdat ik mij nu zo verdrietig voel, zet ik mij nu in een isolement, in een baken waarin dat verdriet zich alleen maar zal vermeerderen.” Zeg liever: “Ik voel mij verdrietig en ondertussen sta ik open en focus ik mij op dat wat gelijk is tussen mij en de ander. Dat is de boodschap aan mensen met een wakkere, bewuste geest en met een geopend hart, want zij kunnen die boodschap begrijpen en er ook iets mee doen. Blijf het geheel beseffen. Wees meerzaam!
Hier vind je nog een mooie aanvulling op dit geheel van Franciscus.