Laten we het nog even hebben over het helpen. Want ook in het helpen mag een omslag worden gemaakt. ‘Hoe bereik ik mijn doelgroep?’ vragen veel mensen zich af. En dan doen ze veel moeite om de onbekende doelgroep te bereiken. Maar teveel moeite doen werkt averechts. Waar je op ‘jaagt’, duw je van je af.
Het gaat vanzelf. Het bouwt zich vanzelf op. Wees zelf het voorbeeld en laat het ‘moeten’ los. Laat ook je oordelen los, want die vertellen je meer over jezelf dan over de ander. Je kunt ervan uitgaan dat op elk moment precies op jouw pad komt wat er past bij jou. Het is nooit eenrichtingsverkeer. De ander heeft jou ook iets te leren of te laten zien.
Het ‘oude’ is gebaseerd op het onderscheid, daarmee bestond ook hiërarchie, de een is belangrijker dan de ander, staat boven de ander, weet het beter dan de ander, is afhankelijk van de ander of maakt een ander afhankelijk. We zijn op weg naar gelijkwaardigheid. De een is hier goed in, de ander bekwaam in dat en samen heeft dat een meerwaarde. Het is een grote puzzel, waarvan we allemaal een stukje vertegenwoordigen en waarin we allemaal evenveel waard zijn en elkaar aanvullen en elkaar nodig hebben.
Als je een ander wilt helpen, zie hem of haar dan als mens, als gelijke en niet als ‘probleemgeval’ of als ‘hulpbehoevend’ of als ‘slachtoffer’. We helpen elkaar. En we helpen elkaar beter als we in de ander onze gelijke zien. Natuurlijk is het prima als je weet wat je te bieden hebt en dat ook biedt, erken jezelf, je eigen talent, je eigen vermogen en deel het vooral. Wees niet bang voor goed- of afkeuring. Doe wat je hart je ingeeft en voel je daar vrij in.
En dat kunnen we ook voor elkaar doen: respecteer de ander, in z’n keuzes, zie z’n talent, eer het vermogen van de ander om het op z’n eigen manier te doen, neem ook je eigen goed- of afkeuring ten aanzien van anderen onder de loep, laat de ander ook vrij. Een gelijkwaardiger samenleving ontstaat als we onszelf en elkaar respecteren en waarderen. Daar groeien we van. En dat stimuleert iedereen het beste van zichzelf te laten zien en zich vrij te voelen.
Stel je wilt een vluchteling helpen. Natuurlijk heeft hij eerst de basisbehoeften nodig en natuurlijk hadden wij mensen allang alle vluchtelingen kunnen helpen aan onderdak, warme dekens en voedsel. Als we hen als gelijkwaardig, een gelijke van ons, hadden gezien, was dat natuurlijk ook allang gebeurd. Wat ons tegenhoudt is angst, angst voor de ander, angst voor tekort en angst dat wij er last van hebben. Wat een vreemde mentaliteit eigenlijk als je bedenkt dat we allemaal mensen zijn met dezelfde basisbehoeften. Misschien willen we liever niet geconfronteerd worden met de basisproblemen, omdat we ons niet willen voorstellen hoe het is als je dat overkomt. Met een zekere hardheid hou je het buiten de deur.
Vanuit het hart wordt er gedeeld en geholpen op een manier die niet oordelend is, geen verwijten maakt en ook niet bang is. Vanuit het hart ben je er gewoon en doe je wat op dat moment in je vermogen ligt. Je bent er. We hoeven niet ver te zoeken, in onze nabije omgeving is er ook altijd genoeg om mee aan de slag te gaan. Mildheid in al je handelingen, in het omgaan met anderen, met jezelf. Mildheid in het denken, in het spreken, zoek de ruimte, de zachtheid. Verzachten van al die harde oordelen, dat kunnen we. En met minder oordelen helpen we elkaar al een heel eind op weg, want daarmee geven we ruimte. Uiteindelijk betekent helpen misschien wel de omslag maken van het denken in ‘ik’ naar het denken in ‘wij’.