Laat de Liefde vrij

Amma is weer in het land. Gisteren ben ik even gaan kijken. Het is prachtig wat ze doet. Ze herstelt de yin-yang balans in mensen en in de wereld. Precies wat we nodig hebben.

De diepste wond van de mensheid is onze vermeende afgescheidenheid van God, het Goddelijke. Ik zat me gisteren af te vragen hoe dat zat. Het is namelijk niet direct wat we ervaren als ‘pijn’ of als ‘wond’, maar het uit zich op een andere manier. We ervaren bijvoorbeeld een tekort aan liefde, warmte, geborgenheid, veiligheid, overvloed, vertrouwen, kracht of erkenning. Dat gaan we dan zoeken of najagen, in de buitenwereld, met als gevolg dat dat zich des te pijnlijker aftekent, want het lijkt er misschien soms even te zijn in de buitenwereld, maar het kan nooit onze innerlijke ‘gaten’ vullen.  Dat kan alleen als we ervaren dat we een zijn met God, het Goddelijke. Als het van binnenuit ‘gevuld’ wordt. En dan is het er ook in de buitenwereld. Niet omgekeerd.

In het Goddelijke bewustzijn is alles er al, in overvloed. En als dat is wie wij werkelijk zijn, wat velen niet makkelijk zullen geloven, betekent dat dat we helemaal niks nodig hebben. En als we niks nodig hebben, is alles is. Zolang we denken dat we iets nodig hebben, erop jagen of ernaar zoeken, kan het er niet zijn, omdat wij het zelf per ongeluk niet toelaten. Juist doordat we het als tekort ervaren is het er niet. Daarom is het naar binnen keren zo belangrijk, om te ontdekken wat daar aan schatten ligt te wachten. Veel mensen zijn daar bang voor, maar er is helemaal niets om bang voor te zijn. De schellen kunnen je van de ogen vallen en dat is bevrijdend.

Wat ik zelf altijd heb ervaren als ‘de grootste pijn’ – ook in vorige levens vermoed ik, is ‘de afgewezen liefde’, afgewezen worden in je liefde, mensen die niet ontvankelijk zijn en de liefde weigeren toe te laten, de liefde die beperkt wordt, niet vrij mag zijn, vrij mag bewegen, blij en veilig mag worden geuit, speels en ongevaarlijk, open en stromend. Dat die stroom ‘moet’ worden ingeperkt. Dat mensen zich niet durven uiten of er verwrongen vormen van maken: dwingend, onzuiver, behoeftig, controlerend, afgebakend, gestructureerd, je op de vingers tikkend, corrigerend, limiterend, afwijzend, kwetsend. Ik heb me erdoor af laten schrikken.

Als ik dan Amma zie, zie ik iemand die zich nergens door af laat schrikken. Die onvoorwaardelijk geeft en niks nodig heeft. Iedereen is haar kind, iedereen kan haar liefde en warmte en koestering krijgen. Het is natuurlijk geheel vrijwillig, het maakt haar niet uit wie er wel of niet komt. Maar ze is er wel. Zij zal zich nooit of te nimmer afgewezen voelen. Als wij ons wel afgewezen voelen, wat betekent dat dan? In de kern? Dat vond ik wel een goeie vraag. Het antwoord is – denk ik – dat wij – ook als we veel liefde te geven hebben – nog wel een tekort kunnen ervaren. Dat is die oude wond van het vergeten zijn dat we een zijn met God en dus nergens bang voor hoeven zijn en ook nergens afhankelijk van hoeven te zijn.

Als we een zijn met God, zijn we ook een met elkaar. Hoe kunnen we ons dan afgewezen voelen? Dat kan alleen als we het zo ervaren. Het wil niet zeggen dat het ook zo is. Het gaat nooit over anderen, het gaat over onszelf. We hebben onszelf afgewezen in onze Goddelijkheid. In het al ‘goed-genoeg’ zijn. We hoeven in feite helemaal geen moeite te doen om onze liefde te delen, om liefde te ervaren. Dat gaat vanzelf als je de weg open houdt, afgestemd bent en blijft op je Goddelijke zelf. Dus er is alleen angst om afgewezen te worden en die angst bewerkstelligt zich dan, vertoont zich in de praktijk om ons heen. Dat is de oude wond van de mensheid. Dat is de innerlijke pijn, die de mensheid in z’n geheel heeft. We voelen hem, nemen hem waar van elkaar, willen hem opvullen en dat kunnen we ook. Dat is ook onze taak nu. We hoeven het alleen niet zo actief te doen, het is meer een kwestie van toelaten, toestaan, het door jezelf heen laten stromen en daar niet bang voor zijn. We hoeven het niet te meten aan hoe de buitenwereld op ons reageert.

Dat is het. Soms willen we teveel, willen we van alles veranderen, bijdragen, doen, allerlei zaken buiten onszelf aanpakken en helpen. Dat is naar buiten toe gericht. Misschien willen we onszelf bewijzen, tonen wat we waard zijn, bevestiging krijgen, allemaal heel menselijk natuurlijk. Maar niet Goddelijk. Je kunt ook geen God zijn door het af te dwingen. Je kunt alleen maar zijn wie je bent door jezelf toe te staan te zijn wie je bent. Met jouw rol in het geheel. Als je de pijn van een ander waarneemt, onderzoek dan je eigen pijn. Oordeel niet, denk ook niet dat je beter bent en ‘moet’ helpen, maar ga terug naar jezelf en ontdek wat het in jou is dat geheeld wil worden. En geef het toestemming om te helen. Daarmee wordt het proces in gang gezet. En daarmee heel je ook anderen. Zie de ander niet als ‘gewond’ of ‘in need’, ook jezelf niet, zie de heelheid in de ander. Zie de heelheid in jezelf. En zie dat we als mens  een ingewikkeld spel spelen om erachter te komen dat we in wezen Goddelijk zijn. Geef dat toestemming om er te zijn. In jezelf en in de ander.

Stukje bij beetje wordt het mysterie ontrafelt. Met zo’n omhelzing van Amma vallen er lagen weg bij mensen, blokkades lossen op. Blokkades die je het zicht ontnemen op wie je werkelijk bent. Al die lagen – ook wel sluiers genoemd – verhinderen ons om vrij te zijn in de Liefde, in de Liefde die wij zijn. En die wij dus niet hoeven te zoeken buiten onszelf. Maar wel kunnen delen, want natuurlijk wil de Liefde zich verspreiden, verspreidt zich ook, vanzelf, het is een expansieve beweging, de liefde. Je kunt hem vrij laten bewegen, z’n eigen gang laten gaan. Je hoeft niet zoveel te ‘doen’, behalve het toelaten in jezelf. Ook voor jezelf. Het hele idee dat we er iets voor moeten doen, het zouden moeten verdienen, bewijzen dat we het waard zijn, dat is het grote misverstand. We zijn het al. Pas als we dat werkelijk zo ervaren, dat Goddelijke, met z’n immense transformerende kracht,  zijn we vrij. Dan is de liefde onvoorwaardelijk. Laat de Liefde vrij. Zijn. En bewegen. Door jou heen.