In de sportschool, waar ik altijd op rustige uurtjes heen probeer te gaan, ben ik blij dat ik geen man ben. Ik hoef niet heel stoer allemaal zware gewichten te tillen, ik schaam me niet voor mijn relatief lichte programma, maar ik train wel conditie en wat spieren, omdat dat goed is voor mijn lichaam. Als je buikspieren sterk zijn, heb je minder snel last van je rug bijvoorbeeld, wist je dat? Mijn lijf is er blij mee en laat me dat na afloop weten met een voldaan gevoel. Je voelt je sterker en je kunt meer aan. Ik heb ook eens gelezen dat mensen die sporten sneller een nieuwe baan vinden en meer verdienen. Dat bleek uit onderzoek. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen.
Ik raak in gesprek met een Surinaamse vrouw, die sinds deze week weer elke dag sport. Als ze een dag niet komt, gaat ze zichzelf straf geven, dan moet ze een uur langer op de loopband rennen. Ik kijk haar verbaasd aan, zo streng ben ik niet voor mezelf. “Als iemand anders zou zeggen dat ik dat moest doen, zou ik het niet doen hoor,” lacht ze erbij. Vroeger ging ze altijd hardlopen en ze mist dat, maar het mocht op een gegeven moment niet meer vanwege iets aan haar knie. “Dat voelde echt als een gat, alsof iemand me wat afgenomen had! Ik heb gemerkt dat ik dat echt heel erg vond.” Ze vertelt dat ze voor dag en douw – voordat ze brood maakte voor haar kinderen om mee naar school te nemen – al ging rennen en als ze thuiskwam na haar werk weer. “Ik kon alles loslaten, alle frustraties van de dag, als ik boos was rende ik gewoon door en op een gegeven moment was het weg. Ik kwam ‘leeg’ thuis en ik was altijd vrolijk, energiek, ik pakte alles aan wat er moest gebeuren, ruimde alles meteen op en handelde alles meteen af.”
Toen ze vanwege die knie niet kon sporten zat ze op de bank en zag de hardlopers voorbij komen langs het kanaal. Gefrustreerd greep ze dan een fles wijn, maar dat hielp niet. Ze kon haar problemen niet meer ‘kwijt’, bleef ermee rondlopen en zakte er in weg. Toen werd ze ook nog ziek. Misschien is ze nu bezig alles uit die periode nog op te ruimen. “Het is bij mij alles of niks,” zegt ze. “Ja, dat herken ik wel, maar ik ben juist aan het oefenen de middenweg te bewandelen. Als ik het rustig opbouw en er een gewoonte van maak, hou ik het langer vol,” lijkt mij. Duidelijk niet haar stijl. Wel een hele sterke vrouw. Als die iets voor ogen heeft, zal het wel lukken, vermoed ik.
Waarom verschijnt dit voorbeeld in mijn vizier? Ik weet het niet. Ik vind juist dat mensen wat liever en aardiger voor zichzelf mogen zijn. We hoeven onszelf niet af te beulen en te straffen, het is de kunst om tevreden te zijn met onszelf. En ik streef ernaar om alles wat ik doe met zoveel mogelijk plezier en toewijding te doen. Ik probeer niet ’tegen’ mezelf te zijn door te vinden dat ik door moet gaan, door moet duwen, als het even niet lukt of teveel wordt: pauze of stoppen, even iets anders doen en dan later de draad weer oppakken. Kan je dan ooit iets bereiken? Ja, misschien ben je wel eerder tevreden met wat er al is. En misschien heb je dan wel minder frustraties weg te werken…
Toch heb ik wel bewondering voor het doorzettingsvermogen van deze dame. Wat haar verhaal me vertelt is dat het sporten iets in gang zet. Mijn grote opruiming is er wellicht door geactiveerd. Dat je opeens en met gemak iets aan gaat pakken. Dat je meer bergen kan verzetten. Dus ik ga rustig door. Maar het leven hoeft geen strijd te zijn. Geen wedstrijd en al helemaal geen strijd met jezelf. Ik ben meer een wandelaar, die rustig om zich heen kijkt en onderweg geniet. En daar ben ik wel tevreden mee.